Catechese is het Geloofsonderwijs aan jongeren, die hen – in relatie met de opvoeding thuis en in samenwerking met andere vormen van geloofsonderricht – in een leerproces brengt, dat leidt tot het beantwoorden van het verbond met God en hun leert als gedoopte christenen en toegewijde gelovigen te leven.
Hoofdkenmerken van de Catechese:
- moet in relatie staan met de thuissituatie en met andere vormen van geloofsonderricht.
- heeft als doel de jongeren (tieners) te vormen zodat ze gaan leven als toegewijde gelovigen.
- dient als basis in de overtuiging dat God een relatie met jongeren wil aangaan.
Elke tiener is een kind van God.
Vrijwel alle tieners van de gemeente zijn gedoopt of anders opgedragen met de bedoeling om als jongvolwassene zelf de doopkeuze te maken. Er zijn in de dooppraktijk veel verschillen te vinden; elke kerk legt zijn eigen accent. Maar ondanks alle verschillen is er één overeenkomst:
Het kind wordt aangesproken als eigendom van God, of beter gezegd: kind van God. God maakt zich in het Oude en Nieuwe Testament bekend als God van het Verbond.
Een verbond is een afspraak tussen twee partijen. God sluit dat met personen en groepen en Hij belooft daarbij een persoonlijke en zorgzame God te zijn. Als antwoord daarop vraagt Hij toewijding en liefde. Het bijzondere van de afspraak is dat zelfs als wij in gebreke blijven, God trouw blijft en vergeving en vernieuwing aanbiedt. Hoe de doopvisie en praktijk in je gemeente ook mag zijn, altijd staat Gods belofte centraal:
“Ik wil Jouw God zijn en jij bent Mijn kind!”
Dat God mensen als zijn kind ziet doet een beroep op tieners. Het is iets dat tieners moeten weten en waar ze in moeten duiken om te ontdekken wat het inhoudt. Dat is de reden dat ouders hun kinderen sturen naar catechese. Zij vragen de catecheet (begeleider Catechisatie)) hun kind te leren wie God is; de catecheet mag hen trainen discipel van Jezus te zijn.
Leren over God doe je samen.
In de catechese staat de lesstof centraal. Die biedt informatie over God, de Bijbel, het christelijk geloof, andere geloven in de kerk. Dit is niet echter alleen een kwestie van feiten en weetjes (verstandelijk), maar vraagt ook om een antwoord, een persoonlijke verwerking. Behalve kennisoverdracht gaat het dus zeker ook om vragen als: “Wat vind jij hiervan? Of: wat betekent dit voor jou?” Geloofsinhoud doet een beroep op emoties en gedachten en hoe jij persoonlijk keuzes maakt en in het leven staat. Zo’n diepere verwerking van de stof vraagt om mensen om je heen. Een tiener heeft medegelovigen nodig om samen mee te denken, praten en werken.
Het begint allemaal thuis
Leren te geloven doet een tiener allereerst thuis. Ouders spelen een belangrijke rol in de geloofsopvoeding. Tieners hechten belang aan de mening van hun ouders, maar die vinden het soms lastig om met hun kinderen over geloof te praten Het is de taak van de ouders om hun kinderen op te voeden in het geloof. De kerk ondersteunt ouders daarin, maar het zwaartepunt ligt in het gezin. In de Bijbel staat hierover:
“Prent ze uw kinderen in en spreek er steeds over, thuis en onderweg, als u naar bed gaat en als u opstaat “ (Deuteronomium 6:7).
Uit onderzoek blijkt hoe belangrijk de rol van de ouders zijn als het gaat om voorleven van het geloof. Het geloofsonderwijs van de kerk (catechese) is slechts een verlengstuk van wat er in het gezin gebeurt. Het bouwt voort op wat kinderen daar al hebben meegekregen. Daarom is het belangrijk dat er contact is tussen ouders en catecheet.
De catecheet mag van de ouders het volgende verwachten:
- Probeer je kind te motiveren om zo vaak mogelijk te komen.
- Vraag je kind zich af te melden als het een keer niet kan.
- Toon betrokkenheid door het kind te vragen wat er besproken is.
- Neem contact op met de catecheet als je vragen hebt of negatieve signalen opvangt (bijv. als je kind niet meer naar catechisatie wil, zich niet thuis voelt in de groep of de stof te eenvoudig vindt).
Over God raak je nooit uitgeleerd.
Een catechisant heeft eigenlijk “levenslang”. Want leren leven als een discipel duurt het hele leven. Over God raakt je nooit uitgedacht. In het geloof is niemand ooit uitgeleerd. Telkens ontdek je iets nieuws of krijgt iets bekends opnieuw betekenis. Ook voor wie belijdenis doet en de catechese afrondt, blijft een vorm van geloofsonderwijs van belang. Het is goed jongeren te motiveren ook na hun belijdenis bijeen te blijven komen in bijbelstudiekringen, gespreksgroepen of andere cursussen en bijeenkomsten in de gemeente. Als gemeente moet je dan wel zorgen voor een passend leeraanbod.
Catechese Vorming GPM – Hoogeveen